Hersenen
Het bedieningsgebouw fungeert als de hersenen van de sluis. Alle informatie van de camera’s, de seinen, de waterstand in de sluis en de stand van de sluisdeuren wordt hier zichtbaar en maakt het mogelijk dat de sluismeesters goed hun werk kunnen uitvoeren.

Luisteren, zien en spreken
In de sluiskolk en daarbuiten staan op verschillende plaatsen 10 camera’s. Zij zijn de ogen van de sluis. De sluismeester kan via een beeldscherm op de camerabeelden zien of een schip goed in de sluiskolk ligt en kan zo nodig via de intercom nog instructies geven aan de schipper. De marifoon zijn zowel de oren als de stem van de sluis. Met behulp van de marifoon heeft de sluismeester contact met de schepen die wachten bij de sluis of die aan komen varen.

Grote maag
De sluis heeft een grote maag van maar liefst 10.000 m3. Dat zijn 10 wedstrijdzwembaden. Deze hoeveelheid water kan in een kwartier tijd in of uit de maag gaan als een schip vanaf de IJssel of vanuit het Twentekanaal naar zijn volgende bestemming vaart.

Handen als kolenschoppen

Met de stalen segmentdeur en de puntduren heeft de sluis maar liefst 3 handen. En wat voor handen. De puntdeuren zijn ongeveer 13 m hoog en 7,5 m breed en 75 cm dik. De segmentdeur is 6,2 m hoog en heeft een lengte van 15 m. Deze grote handen houden het vele water tegen.

Sterke arm
De sluisdeuren worden aangedreven door grote cilinders. Grote gespierde armen zorgen er voor dat de deuren open en dicht gaan. De puntdeuren kunnen in 90 seconden worden geopend of gesloten. De snelheid waarmee de segmentdeur draait is afhankelijk van het verschil tussen de waterstand in de IJssel en die in het Twentekanaal. In ongeveer 180 seconden kan de segmentdeur worden gesloten.