Omgevingswet gemeente Lochem een nieuwe uitdaging
Lochem – De gemeentelijke rekenkamercommissie Lochem heeft onderzoek gedaan naar de rol van de gemeenteraad bij ruimtelijke plannen in het verleden en in de toekomst. In 2021 treedt de nieuwe Omgevingswet in werking. Die moet er voor zorgen dat de gemeente sneller en beter kan besluiten over plannen en projecten in de leefomgeving. De rekenkamercommissie concludeert dat de gemeenteraad en de gemeente Lochem als geheel actief bezig zijn met de voorbereiding. Van groot belang is dat de participatie rond nieuwe initiatieven en plannen goed wordt geregeld. Omdat de wet ingrijpende veranderingen brengt, adviseert de commissie dat er een goed systeem van monitoring komt. Dat helpt de gemeenteraad om de veranderingen in de praktijk te volgen en op tijd bij te sturen.
Lessen uit het verleden
In haar onderzoek heeft de commissie bij zes gevallen uit het verleden bekeken of de kwaliteit van de plannen en planprocessen achteraf gezien voldoende is geweest. Plannen als de vestiging van de Lidl in Lochem en het schakelstation in Gorssel zijn onder de loep genomen. Was het plan goed onderbouwd, zijn belanghebbenden goed geïnformeerd en betrokken, hoe verliep de besluitvorming en heeft de gemeenteraad daarin een actieve rol gespeeld? Op dat soort vragen is een antwoord gezocht. De commissie stelt vast dat in alle zes de gevallen de juridische procedures correct zijn doorlopen. Burgers en belanghebbenden hebben inbreng gehad in de planprocessen. Omdat de gemeente Lochem geen eigen inspraakkader had, gaf dat in sommige gevallen onduidelijkheid. Daar kan de gemeente voor de toekomstige Omgevingswet van leren.
In de planprocessen zelf heeft de gemeenteraad actief zijn rol vervuld. In één geval, het schakelstation in Gorssel, heeft de gemeenteraad het plan gewijzigd en zo de inpassing van het gebouw in het landschap verbeterd. Actuele beleidskaders zijn van groot belang om initiatieven uit de samenleving en de bescherming van belangen in goede banen te leiden. Volgens het onderzoek ontbrak een kader voor duurzame energieopwekking toen de bevolkingsenquête over windmolens in Zutphen tegen de grens van Eefde werd gehouden.
Uitdaging vraagt regie gemeenteraad
Een belangrijk advies van de rekenkamercommissie aan de gemeenteraad is: neem zelf steviger de regie bij de invoering van de nieuwe Omgevingswet. De invoering van de Omgevingswet is op zich een leerproces waarbij de gemeente aan de hand van praktijkervaringen keuzes kan maken. Voor de invoering van de wet, naar verwachting op 1 januari 2021, adviseert de commissie duidelijk te maken welke regels voor participatie gevolgd worden. Helderheid scheppen voor initiatiefnemers en omwonenden is een eerste opgave. De raad heeft de mogelijkheid per geval vroegtijdig advies te geven over de aanpak van een planproces. Dit voorkomt dat een gemeenteraad aan het einde van de rit – bij de besluitvorming – overvallen wordt door een voorstel zonder ruimte voor afweging van het algemeen belang.
De rijksoverheid draagt met de Omgevingswet diverse bevoegdheden over aan de gemeenten (de zogenoemde bruidsschat). De commissie adviseert de raad zich uit te spreken of de gemeente landelijk regels wil overnemen of wil aanpassen.
Inzicht in de praktijk
Minder regels en meer overzicht: dat is één van de doelstellingen van de nieuwe wet. Na 1 januari 2021 begint het eigenlijke werk pas. Er komt een Omgevingsvisie en op den duur één Omgevingsplan voor het hele grondgebied van de gemeente. Hoe werkt dat in de praktijk?
Om dat te volgen adviseert de commissie een systeem van monitoring voor de Omgevingswet te ontwikkelen. Als bijzondere ‘meetpunten’ in een monitor noemt de commissie het verloop van de participatie (het faciliteren van initiatiefnemers en de mate van bescherming van belanghebbenden en landschappelijke functies) en het effect van de gerealiseerde bouwwerken op de beleidsdoelen van de gemeente.